De verveling van Limni

Verslag van gemaakte Wandelingen
Plaats reactie
Japio
Site Admin
Berichten: 13
Lid geworden op: 12-09-2014 06:50

De verveling van Limni

Bericht door Japio » 14-09-2014 08:43

Het is dinsdagmorgen als we gewekt worden door een haan die ergens ver weg zijn best doet om de dag aan te kondigen, hij vindt bijval van een geit die hem probeert te imiteren.
Het kleine raampje in de gebogen slaapkamer toont fel licht ten teken dat ook de zon vandaag present is.
Blijven liggen is wel een optie maar als ik op de wekker kijk is het al negen uur en dat zou zonde zijn van een mooie dag.
Effe een snel douche, water op zetten voor de thee en het raam open voor de frisse lucht.
Mijn gevleugelde vriendjes zijn ook van de partij en kijken nieuwsgierig omhoog als ik t raam naar binnen draai.
Snel even op Facebook kijken en een berichtje achter laten voor Dina uit Groningen die vandaag verjaard.
Wie of wat is Dina en is dit belangrijk om in t verhaal te zetten?
Dina hebben wij ontmoet op Kythira dus we hebben de zelfde liefde, eigenlijk net zoals iedereen die er wel eens geweest is.
We drinken snel de verse thee op want we moeten op weg naar de bakker in Karavas.
Het dorpje komt tot leven als ik diverse stemmetje in de steeg hoor, de geit slimmer is dan de haan omdat hij wel weet dat iedereen nu wel wakker zal zijn.
Ik ga t gewoon proberen, een spijkerbroek en een T shirt, ik heb aan alles gedacht en heb zelfs een zwembroek ingepakt, die had ik beter gisteren aan kunnen doen......pffff.
O ja waarom naar Karavas, er is toch ook een bakker in Potamos?
Ik ga t nog effe heel snel en kort proberen uit te leggen.
Die in Karavas heeft olijfenbrood en die in Potamos niet, zo dat was kort he!
We hebben een brood laten wegleggen want anders zijn ze zo weg.

We stappen het nieuwe kantoor van Frank even binnen om hem goedemorgen te wensen, hij heeft het echter erg druk met de boekingen dus na een paar tellen pakken we snel de auto.
We doen de rondweg kloksgewijs, dat wil zeggen het kerkhoven traject.
Eerst langs t kerkhof van Potamos en vervolgens langs de rustplaats van de Koksma's.
Onder de grote boog van Karavas door en stoppen bij de bakker.
Olijfbrood, nee dat is er niet volgens de bebaarde medewerker van de bakker, doch zie ik het duidelijk liggen, als ik zeg dat ik t gereserveerd heb en dit ook 2 tellen later wordt bevestigd door de andere koekebakker die ons gisteren geholpen heeft zit het broodje binnen twee tellen in een papieren zak, nog een ander bruin broodje erbij en wij dalen gemotoriseerd af naar Aghia Pelaghia.
Het hele dorp is in volle voorbereiding voor de toeristen die volgende week komen, de Ross Holidays gasten en het volk uit Denemarken waar het meeste aan verdiend wordt.
Het rondje is compleet als we uitstappen in de kleine steeg waar we verblijven.
Ik snij de broden in plakken en aangevuld met eigen gemaakte jam van de buren is het brood binnen de korte keren op, nog maar eens afsnijden.
Niet alles want ik weet dat t na terugkomst van t wandelen het heerlijk smaakt met een laag Tzatziki erover.
Spullen gepakt en op weg naar Pelaghia.
Onderweg pakken we een boertje op en zetten m op de achterbank.
"Pelaghia" vraag ik en hij knikt, gas erop en even later als hij toch niet naar Pelaghia moet t gas er weer af.
Hij wil eruit, zijn hutje staat ergens links naast de weg dus ik gebaar hem te blijven zitten, rij terug en sla links een boerenweggetje in.
Aan het einde van t weggetje woont.... Inderdaad t boertje.
Hij stapt uit en bedankt ons uitgebreid...alsof we ze leven gered hebben!
Ik zet de auto stil bij het strand van Neo Cosmos in Pelaghia.
Doe me rugzak om en we zetten pas in zuidelijke richting.
Het is goed weer, zeker beter als gisteren met de regen, de wind waait bijna niet en de zee is dan ook strak blauw, hier en daar verstoord een enkel wolkje de blauwe lucht.

Afbeelding


In het begin is het een drukte van belang, er wordt druk gewerkt aan een nieuw hotel aan de linkerzijde van de weg, ze zijn iets verder dan de vorig jaar, zouden ze vorstverlet gehad hebben?
We beginnen aan de eerste zware klim over het nieuwe pikzwarte asfalt, de adem versneld en we dalen af aan de andere kant, nemen een kijkje in het waterbassis waar de kikkers verschrikt wegspringen.
Beide kanten van het onverharde brede pad worden gekleurd door diverse kleine bloementjes, de zee is prachtig blauw en onwaar helder.

Afbeelding


Verderop jaagt een duiker naar zijn prooi, achter hem de boei die hem zichtbaar maakt.
Het strandje in de bocht voor Limni is door de natuur verbouwt, het is breder en bestaat nu uit twee gedeelten, gescheiden door een enorm rotsblok wat uit de wand is losgebroken.
We zitten even lekker in de zon te genieten en het is best wel aangenaam, erger nog het is gewoon warm, had ik een handdoek mee, was ik toch even gaan zwemmen, het zeewater wat ik even beroerde was niet eens zo koud.
Na de korte pauze klauteren we weer omhoog richting Limni, op het laatste strand staat eenzaam de strandtent, de zonaanbidders ontbreken vooralsnog.
Later die dag horen we dat het paviljoen te koop staat.
Limni, alweer Limni zul je denken wat is er toch met die indrukwekkende rotspartij, keer op keer blijft het toch een adembenemend gezicht.
Als we het keienstrand oplopen staat het water in het meertje lager dan normaal en zie ik aan de rechterzijde van de rotswand mogelijkheden om de kloof even te ontdekken.
Voorzichtig plak ik mezelf op de rotswand om zo de kloof in te komen, gevaarlijk?
Ach nee het is meer om geen natte voeten te krijgen, het water in t meertje zal op zijn diepst 30 centimeter zijn want haast overal zie je de bodem.
In kom aan bij een keienstrandje en geniet even van het zicht dat naar alle kanten mooi is, zo heb ik Limni nog niet gezien, vanuit de kloof richting zee.

Afbeelding


Nu klauter ik de rotswand omhoog en ga dieper de kloof in die nog mooier en wilder wordt, op het hoogste punt stop ik want dit is eigenlijk niet ons doel van deze dag en bovendien is mijn wandelmaatje uit t zicht verdwenen en zal deze zich zeker bezorgt maken waar ik blijf.
Op dit punt is niet te zien uit welke richting de rivier komt, het blijft dus wederom een mysterie, de spookkloof van Paleochora.
Terug op t keienstrandje moet ik natuurlijk mijn verhaal doen over de pracht van het uiteinde van de kloof.
Terug? Nee, we klauteren de rotswand in zuidelijke richting op en vervolgen onze weg over het begroeide pad berg opwaarts.
Het pad is de laatste tijd niet belopen en ik vrees dat Frank de laatste is geweest die dit gedaan heeft.
Het smalle pad dat hoog stijgt boven de kust wordt hier en daar bewegwijzerd door kleine gele bloempjes, de zee links van ons toont een mooie kleur blauw en van tijd tot tijd moet je even stil staan om ervan te genieten.
Insecten zijn er nauwelijks, hier en daar een spin op t pad maar meer dan dat niet.
Af en toe een hagedis die zich door de bossages uit de voeten maakt, mussen volop.
Boven ons een roofvogel zoekend naar zijn lunch en soms een hop die wegvliegt.
Het einde van het normale pad eindigt bij een stal, een vervallen boerderijtje.
De vorige keer ben ik alleen verder gegaan naar het kleine kloofje met het vissershuisje.
Ik ben echter het kloofje niet in geweest, van Weerde weer wel dus ja dat moesten wij toch ook even zien, hij had dan weer de grot gemist die wij nu wel weer in geweest zijn, kijk zo blijf je bezig, de goede vriend zal dus nogmaals de trip moeten maken naar dit onbedorven stukje natuur op het eiland.
De grot is nog steeds onveranderd alleen de weg er naar toe is hoger begroeit dan de vorige keer en nu druppelt er water vanaf het plafond tot op de grond.

Afbeelding


We keren om en dalen via het smalle geitepaadje af naar de kust, aangekomen bij t kloofje klimmen we over wat rotsen om er na af te dalen in het uiteinde van t kloofje.
Het is er stil en blijkt een tafereeltje uit een stukje paradijs, het boothuisje is vervallen en de boot die er ligt is vergaan en uiteen gevallen.
De omgeving is er echter niet minder mooi op en we genieten ervan.
Achter het huisje gaat t kloofje landinwaarts, de doorgang wordt echter versperd door een klein meertje wat dieper blijkt te zijn dan ik denk.
Ik gooi er eerst een steen in maar hoor hem niet de bodem raken en als ik met een bamboo stengel meet hoe diep t is kom ik aan een halve manslengte.
Dit gaat m dus niet worden en ook de optie om aan de andere kant van de kloof verder te klimmen blijkt niet te gaan, de beklimming is te steil en te hoog en bovendien heb ik aan de linkerarm een gebroken botje zit wat met vastgrijpen niet echt goed gaat, stoppen dus.
Maar ik geef het echter niet zo snel op, het is de bedoeling om hiervan uit door te lopen naar Diakofti, volgens bronnen binnen de lokale bevolking is dat vroeger mogelijk geweest, onderweg kwam men dan langs Freitsia, of ik de naam goed spel weet ik niet maar ik heb de restanten er duidelijk zien liggen en ook de informatie van Fos Kai Choros bevestigde dit eerder, zij kwamen vanuit een andere richting maar toch er moet ergens nog een pad liggen.
We liggen samen op een veldje vol met klavertjes en kijken uit over de zee, de wind is inmiddels gaan waaien en goed ook.
We klauteren terug naar de ruïne van het boerderijtje en bovenaan gaan we niet rechtsaf terug maar volgen de keienmuur die een weilandje omringt.
Ik heb gezien dat je via deze weg ook bij de kloof uitkomt, zij het een stuk hoger en ja hoor daar gaat een pad!
De kloof is op deze plek slecht een kleine 20 centimeter diep en aan de andere zijde gaat t pad zichtbaar verder.
"Blijf jij maar effe zitten, kijk ik effe hoever t pad doorgaat" ik beloof niet te ver door te lopen maar toch ben ik binnen de kortste keren uit zicht verdwenen, het pad slingert langs de berghelling omhoog en ik ben er zeker van dat deze aansluit op een pad wat zuidelijk langs de spookstad Paleochora loopt.
Als ik om kijk is me vriendin niet meer dan een klein stippje in het landschap, ik kan nog net zien dat een van de armen mij gebaard terug te komen en als een trouwe hond volg ik het bevel op.
Het is laat en we besluiten terug te lopen naar Pelaghia.
Klam van t zweet keren we terug in Potamos, de douche spoelt het luie zweet t riool in en een broodje met Tzatziki vult de inwendige mens, weg gespoeld met .........ja ouzo.
Ik sms de buren dat we gaan eten op t plein of ze meegaan.....
Het is rustig in de steeg als ik plots een deuntje hoor.
Is dat jou telefoon vraag ik onzinnig aan me vriendin wetende dat de hare thuis ligt, of je ipad.
Vreemd t deuntje komt van buiten en als ik door t venster van de deur kijk staat er een hobbelpaard, de kop beweegt en de staart kwispelt.
Ik schiet in de lach wetende dat het een grap moet zijn van de buurtjes en dit eordt bevestigd als ik de deur open.
Het paard is gevonden door wandelaars en bij hun afgegeven, het diertje mist enkel een handvat en met het verversen van de batterijen en een kneep in het linkeroor begint de edele viervoeter te leven.
Onder het genot van bier, ouzo en rosé bespreken we de dag en de wandelspecialist van het eiland luistert aandachtig naar de door ons gemaakte wandeling, de foto's van de kloof vindt hij bijzonder.
Even later zitten er 8 Nederlandse wandelaars bij Selana aan het dorpsplein van Potamos te genieten van het Griekse eten.
Zo dat was dat, morgen weer een dag.


Plaats reactie